De middeleeuwse geschiedenis van Stad en Lande wordt het meest gekenmerkt door het ontbreken van leiding van bovenaf. Daardoor hebben stadjers en plattelanders zichzelf moeten organiseren. De samenwerking tussen het Drentse Groningen en de Friese Ommelanden berustte op gemeenschappelijke belangen en vrijwilligheid. De eerste stap in deze richting werd gezet in het jaar 1258, toen de Groninger burgers een verbond sloten met het landschap Fivelgo. De stad was toen nog niet de dominante factor die ze later zou worden. In de loop van de jaren begonnen de Groningers - en ook vele Ommelanders - de stad te zien als een burcht die de vrijheid van de Friese landen moest verdedigen. In de vijftiende eeuw koesterde het stadsbestuur zelfs de ambitie om een 'vrije rijksstad' te worden.
Omvang van het PDF-bestand: 2 MB