De kloosterkroniek van Wittewierum is een van de belangrijkste bronnen die we voor de 13e-eeuwse geschiedenis van Groningerland hebben. Naast theologische beschouwingen en persoonlijke overwegingen van de auteurs vinden we er informatie over gebeurtenissen van groot historisch belang, over de inrichting van het land en over de manier waarop onze middeleeuwse voorgangers te werk gingen.
In het door abt Menko geschreven deel van de kroniek lezen we over de bouw van de nieuwe kloosterkerk in Wittewierum. De beschrijving van de bouwwerkzaamheden bevat de oudst bekende vermelding van een ‘waterpassing’ in Nederland.
Heel bekend is de passage waarin verteld wordt over het heiwerk: de aarde trilde zo hard, dat de melk uit de kannen klotste en de ganzeneieren geklutst raakten en niet konden worden uitgebroed. Wanneer we Menko’s tekst goed lezen, werden bij dit heien geen palen in de grond geslagen, maar ging het alleen om het verdichten van de grond.
Menko schrijft ook dat het westelijke deel van de nieuwe kerk op de plaats kwam te staan waar eerder een haven was die in samenhang met de afsluiting van de Fivel was gedempt. Het is echter de vraag of dit klopt.
Omvang van het PDF-bestand: 1,6 MB