7.1 Grenzen en burchten
7.2 Tres Lares: een oude drie-eenheid
7.3 Twee vroege veenkolonies
7.4 Bochten afgesneden
7.5 Blankenheim, Blankeweer, Blankenborg en Blankevoort
7.6 De constructie van de Semslinie
7.1 Grenzen en burchten
Tussen 1227 en 1234 is zware strijd geleverd tussen de heren van Coevorden en de Drenten aan de ene kant en de bisschop van Utrecht met zijn aanhangers aan de andere kant. Uiteindelijk verloren de Drenten de strijd en zegevierde de bisschop. De prefect van Groningen stond, samen met de Westerlauwerse Friezen en de Hunsingoërs, aan de kant van de bisschop, Drenterwolde, Fivelgo en Vredewold vochten met de opstandige Drenten mee.
Twee bolwerken ter weerszijden van het Zuidlaardermeer zijn waarschijnlijk door de Drenten opgeworpen om invallen vanuit het noorden te stuiten.
Zou de grens tussen het Gorecht en Drenthe een eindje naar het zuiden zijn opgeschoven zodat deze versterkingen bij het gebied van de prefect gingen horen? Het zou niet het enige landverlies zijn dat de Drenten na de ‘Drentse Oorlog’ hebben geleden.
7.2 Tres Lares: een oude drie-eenheid
Noordlaren, Midlaren en Zuidlaren hebben ooit een eenheid gevormd die ‘Lare’ werd genoemd. In de archieven zijn daarvan nog sporen te herkennen.
Na de ‘Drentse Oorlog’ is Noordlaren van de andere Larens gescheiden en is ook de grens tussen Midlaren en Zuidlaren gewijzigd.
7.3 Twee vroege veenkolonies
Kropswolde en Wolfsbarge zijn veenkolonies die gesticht zijn in het ten oosten van de Hunze en het Zuidlaardermeer gelegen deel van de marke van ‘Lare’. Wellicht zijn het de Ommelander kloosters Aduard, Rottum en Essen, die hier als eersten actief zijn geweest. Deze kolonisatie is jonger dan die van Drenterwolde (Noorddijk, Middelbert, Engelbert en Westerbroek).
7.4 Bochten afgesneden
Bodemonderzoek en kaartstudies wijzen uit dat de Hunze tussen het Zuidlaardermeer en Waterhuizen, net zoals de rivier beneden Waterhuizen, in verschillende fasen is gekanaliseerd. In het archief van het klooster Essen bevindt zich daarvan een schriftelijk bewijs.
De Groninger ‘schuitenschuivers’ (turfschippers) hebben bij de verbetering van de bevaarbaarheid van de Hunze een belangrijke rol gespeeld.
7.5 Blankenheim, Blankeweer, Blankenborg en Blankevoort
Doordat landwegen er natuurlijke barrières kruisen (de Drentsche Aa en het Besloten Veen) is het gebied tussen Glimmen en Noordlaren eeuwenlang van bijzondere strategische betekenis geweest. In verschillende perioden zijn hier verdedigingswerken opgericht, waarbij de jongere de oudere zowel in fysieke zin als qua benaming hebben ‘overschreven’.
7.6 De constructie van de Semslinie
Er bestaan verschillende theorieën over de manier waarop de landmeters Jan Sems en Johan de la Haeij in 1615 de grens tussen Drenthe en Westerwolde hebben vastgesteld. Maar er is er niet één die voldoende rekening houdt met de tekst waarin de beide landmeters, na het voltooien van hun opdracht, meedeelden wat ze hadden gedaan.
Het is dus tijd voor een nieuwe hypothese die wél recht doet aan die woorden en die ook rekening houdt met de mogelijkheden en onmogelijkheden waarmee Sems en De la Haeij te maken hadden.
Omvang van het PDF-bestand: 12 MB