10.1 Aduard en omgeving
10.2 Woldgeul
10.3 Oost-Vredewoldertocht
10.4 Oxwerderzijl
10.1 Aduard en omgeving
De geomorfologische kaart van de omgeving van Aduard laat een interessant beeld zien: de pleistocene rug van Noordhorn en Zuidhorn, getijdevlakten, een verlande zeeboezem en sporen van oude geulen. Op de hoogtekaart zien we ook enkele ‘hoogtesprongen’, die het gevolg zijn van de afdamming van oude waterlopen.
Aan het einde van de twaalfde eeuw is een cisterciënserklooster gesticht op de wierde Aduard. Deze ligt op een schiereiland tussen twee watervoerende laagten: aan de westzijde zien we de loop van de ‘Meedsterriet’ en een overblijfsel van de oude ‘Woldstroom’, aan de noord- en oostzijde ligt de ‘Kliefslootgeul’ die tot aan het huidige Nieuwklap reikte.
Al vóór de stichting van het klooster zijn in de buurt van Aduard al dijken en zijlen gelegd, maar de het zijn de kloosterlingen die op uitgebreide schaal in het landschap hebben ingegrepen. Een van de belangrijkste ingrepen was de afdamming van de Kliefslootgeul bij Arbere (de ‘Nienhuisdam’).
10.2 Woldgeul
Opslibbing in de Woldgeul schiep de mogelijkheid om nieuw land in te polderen. In het landschap en op kaarten zijn sporen te zien van verschillende slachtes (dammen) die in de loop van de tijd zijn gelegd. Als gevolg van het inversie-effect vertoont het ingepolderde land zich als een hoge rug.
10.3 Oost-Vredewoldertocht
Vanwege het dichtslibben van de Woldgeul moest voor de afvoer van het water uit de venen van Vredewold een kanaal worden gegraven: de Oost-Vredewoldertocht (nu Hoendiep) ten westen van de rug van Zuidhorn. Later is dit kanaal onderdeel geworden van de vaarweg tussen Groningen en Friesland.
10.4 Oxwerderzijl
De Oost-Vredewoldertocht mondde via de Oxwerderzijl uit in de Oude Riet. Deze zijl lag in de oudste zeedijk van Langewold (de Roder).
Omvang van het PDF-bestand: 13 MB
De geomorfologische kaart van de omgeving van Aduard laat een interessant beeld zien: de pleistocene rug van Noordhorn en Zuidhorn, getijdevlakten, een verlande zeeboezem en sporen van oude geulen. Op de hoogtekaart zien we ook enkele ‘hoogtesprongen’, die het gevolg zijn van de afdamming van oude waterlopen.
Aan het einde van de twaalfde eeuw is een cisterciënserklooster gesticht op de wierde Aduard. Deze ligt op een schiereiland tussen twee watervoerende laagten: aan de westzijde zien we de loop van de ‘Meedsterriet’ en een overblijfsel van de oude ‘Woldstroom’, aan de noord- en oostzijde ligt de ‘Kliefslootgeul’ die tot aan het huidige Nieuwklap reikte.
Al vóór de stichting van het klooster zijn in de buurt van Aduard al dijken en zijlen gelegd, maar de het zijn de kloosterlingen die op uitgebreide schaal in het landschap hebben ingegrepen. Een van de belangrijkste ingrepen was de afdamming van de Kliefslootgeul bij Arbere (de ‘Nienhuisdam’).
10.2 Woldgeul
Opslibbing in de Woldgeul schiep de mogelijkheid om nieuw land in te polderen. In het landschap en op kaarten zijn sporen te zien van verschillende slachtes (dammen) die in de loop van de tijd zijn gelegd. Als gevolg van het inversie-effect vertoont het ingepolderde land zich als een hoge rug.
10.3 Oost-Vredewoldertocht
Vanwege het dichtslibben van de Woldgeul moest voor de afvoer van het water uit de venen van Vredewold een kanaal worden gegraven: de Oost-Vredewoldertocht (nu Hoendiep) ten westen van de rug van Zuidhorn. Later is dit kanaal onderdeel geworden van de vaarweg tussen Groningen en Friesland.
10.4 Oxwerderzijl
De Oost-Vredewoldertocht mondde via de Oxwerderzijl uit in de Oude Riet. Deze zijl lag in de oudste zeedijk van Langewold (de Roder).
Omvang van het PDF-bestand: 13 MB