1.1 Inleiding
1.2 De bronnen en het onderzoek
1.3 Patronen
1.4 Elders besproken ontginningen
1.5 Een busrit door Centraal-Groningen
1.1 Inleiding
De hoogtekaart maakt de bijzondere problematiek van Groningerland duidelijk: het moet niet alleen het eigen water kwijt, maar ook dat van Noord-Drenthe. Vanaf het Drentse plateau loopt het water vanzelf weg, maar het moet wel door het Groningse laagland heen om naar zee te stromen.
In Groningerland werd de waterhuishouding beïnvloed door de veranderingen van de bodemhoogten. Aan de kust zorgde opslibbing voor het rijzen van de bodem, in het binnenland daalde de bodem door de ontwatering en oxidatie van veengebieden.
Een bijkomend probleem was dat hogere en lagere gronden voor hun afwatering op dezelfde natuurlijke waterlopen waren aangewezen en dat vele daarvan de neiging hadden dicht te slibben.
Voor dit probleem bestonden twee oplossingen:
• het ophouden van het bovenwater
• het maken van gescheiden systemen voor de afwatering van hoge en lage landen
Beide methoden zijn in de loop van de eeuwen toegepast.
Tegenwoordig hebben we mechanische hulpmiddelen om overtollig water te lozen. Dat was vroeger niet het geval. Om het water kwijt te raken kon men alleen gebruik maken van het natuurlijke verval en de getijden. Daartoe moesten niet alleen kanalen worden gegraven en zijlen gelegd, maar ook afspraken gemaakt met de buren. Water trekt zich immers niets aan van door mensen bedachte grenzen.
1.2 De bronnen en het onderzoek
Wie de geschiedenis van het landschap onderzoekt moet bronnen van diverse aard gebruiken. Enkele belangrijke categorieën zijn:
• Oude teksten zoals oorkonden en kronieken. Ze zijn vaak alleen in afschriften overgeleverd, waarvan de kwaliteit en dus ook de waarde sterk kunnen verschillen. Vaak bevatten schriftelijke bronnen uit veel latere tijd informatie over de vroegere situatie.
• Oude kaarten. Tegenwoordig verandert de wereld razendsnel, maar gelukkig hebben we nog oude kaarten waarop de oude infrastructuur is vastgelegd. Soms vinden we daarop ook namen die allang vergeten zijn, maar die we nog wel tegenkomen in oude schriftelijke bronnen.
• Kadasterkaarten. Ruilverkavelingen hebben de oude percelering grotendeels doen verdwijnen, maar de oude kadastrale gegevens zijn er nog, met inbegrip van de minuut-kaarten. Ook de grenzen van kerkelijke, waterstaatkundige en juridische aard zijn meestal eeuwenlang onveranderd gebleven.
• Hoogtekaarten. Ofschoon de hoogte van de bodem als gevolg van allerlei oorzaken aan verandering onderhevig is, zijn hoogtekaarten onontbeerlijk voor de reconstructie van het oude landschap, zeker in combinatie met
• Bodemkaarten waarin de verschillende grondsoorten zichtbaar zijn gemaakt.
• Archeologische vondsten.
1.3 Patronen
Het landschap is overal in ons gebied het resultaat van de dialoog tussen natuur en cultuur. Maar het maakt wel verschil of het de natuur of de mens is die het hoogste woord voert.
In Groningerland zien we gebieden waarin natuurlijke patronen de toon aangeven en de mensen zich aan die natuurlijke structuur hebben aangepast, maar ook streken waarin het andersom is: daar hebben de mensen hun wil aan het land opgelegd. In het eerste geval zien we kromme sloten en slingerende weggetjes, in het tweede kaarsrechte diepen en wegen die veelal haaks op elkaar staan.
1.4 Elders besproken ontginningen
In deze cyclus ga ik voorbij aan enkele middeleeuwse ontginningen die ik eerder in andere publicaties heb besproken. Ik verwijs hierbij naar
• Groningen, een stad apart (Assen 2007). De oorspronkelijke uitgave is al een tijdje uitverkocht, maar als je op de titel googelt, kom je bij een PDF versie ervan. Het hoofdstuk ‘Groningens eerste parel’ gaat over het oude Gorecht en de grenzen van dit gebied, dat – voor zover niet op de Hondsrug gelegen – in de middeleeuwen is gekoloniseerd.
• ‘Groningen en het Drentse water’, de HOVO-cursus die ik 2012 en 2013 enkele malen heb gegeven. Daarin worden de ontwikkelingen besproken van het gebied ten westen van het Reitdiep (Lieuwerderwolde, Langewold en Vredewold). De tekst is niet uitgegeven, maar is te vinden op deze website. Een geprinte versie is opgenomen in de bibliotheek van RHC Groninger Archieven.
1.5 Een busrit door Centraal-Groningen
In 2013 werd op de ‘Dag van de Groninger Geschiedenis’ door de Groninger Archieven in samenwerking met het Nationaal Busmuseum een busrit georganiseerd door gebieden die in de middeleeuwen zijn ontgonnen.
We volgen de route die de bus op 15 oktober 2013 reed en doen de landschappen aan die in de volgende colleges nader zullen worden besproken.
We beginnen aan het Cascadeplein in de stad Groningen en rijden via Oosterhoogebrug en Ruischerbrug naar Duurswold. De route loopt langs het Slochterdiep naar Lageland en Luddeweer. Vandaar gaat het via Wittewierum, Ten Post en Ten Boer naar het Centrale Woldland. Daar zijn ten tijde van de middeleeuwse ontginningen nederzettingen gesticht die na een kort bestaan weer vrijwel spoorloos zijn verdwenen.
Omvang van het PDF-bestand: 15 MB